in tussentijd 4


Nespressodarfur


Pijnlijke grap. De werkelijkheid als aprilvis. Goed uitgangspunt, maar achteraf bezien niet zo'n geslaagde actie. Er schort wat aan de vorm (de actie heeft weinig weg van een grap, maar alles van een protestactie) en aan de locatie (er loopt een lijntje van Darfur via George Clooney naar  Nespresso, maar dat lijkt me te magertjes als reden om voor die Nespresso-winkel post te vatten. Nu geef je de indruk Nespresso te willen aanklagen, alsof dat bedrijf een rechtstreekse link heeft met de genocide.)

 

G20

Op 2 april krijgt het standbeeld op de Leopoldplaats tijdelijk een nieuwe betekenis. Nu het gezicht van Leopold I onzichtbaar is gemaakt, kan de anonieme man op zijn paard voor iets anders staan. Het beeld wordt een monument voor een gebeurtenis die net de dag ervoor plaatsvond: Financial Fools Day, het protest tegen de G20-top in Londen. Voor de oorspronkelijke Belgisch-nationalistische inscriptie wordt een kartonnen bord gezet met een nieuwe tekst, net als een palimpsest: de ene tekst over de andere, de ene laag tijd over de andere. Het verband wordt gelegd tussen actualiteit en herinnering: wat is in de vluchtige stroom van feiten werkelijk belangrijk? De strijd die net ervoor fysiek plaatsvond, zet zich verder op vlak van de herinnering. Uit elk monument spreekt een strijd om macht. Wat zullen we ons herinneren van 1 april 2009: de G20-top of in de eerste plaats het verzet ertegen, de Financial Fools Day? Interessant daarbij is de plaats van het tijdelijk monument: pontificaal in het midden van het plein eist het de plaats van de macht op, om tot de herinnering aan te sporen van een verzetsactie.

 

Palmzondag / Junkhouse

Aan de rand van een drukke straat in Antwerpen staat een groot reclamepaneel waarachter junks regelmatig hun toevlucht zoeken. Je kan hun aanwezigheid aflezen aan de sporen die ze er achterlaten: dunne spuiten, zwartgeblakerd zilverpapier, een verpakking van de drug Rohypnol, enzovoort. Op 5 april, Palmzondag, werd dit plekje schoongemaakt. Er kwam ook een comfortabele driezitsbank en een afdak tegen de regen of de zon. De actie was opgevat als een daad van barmhartigheid. Dat is een vorm van mededogen die voorbijgaat aan de categorieën van goed of kwaad, schuldig of onschuldig, dader of slachtoffer. Barmhartigheid loopt als een rode draad doorheen het christelijke Passieverhaal. Op Palmzondag, tijdens zijn glorieuze intrede in Jeruzalem, houdt Jezus halt bij de boom waarin een tollenaar is geklommen om een goed zicht te hebben. De omstanders begrijpen niet waarom Jezus wil spreken met deze verfoeilijke man, die zich zo openlijk door geldzucht laat leiden. Op Goede Vrijdag neemt de barmhartigheid een nóg radicalere gedaante aan. Wanneer Judas, verteerd door zondebesef, de tempel binnenstormt en zijn zilverlingen op de grond werpt, treedt Maria de verrader van haar Zoon liefdevol en huilend tegemoet. Judas weert haar echter af met de woorden: Ik haat alles, ook de barmhartigheid. (…) In mij is alle tranenstof opgebrand, ik ben vuur.1Ongeveer een maand na de actie werd een tweede bezoek gebracht aan de plek achter het reclamepaneel. Alles lag er overhoop en het afdakje was vernield. Deze sporen leerden ons niets over het motief van de vandaal of de vandalen. Misschien was het wel dit: een hartsgrondelijke haat tegenover de barmhartigheid.

 

Leopold min bol

Na een hele reeks metamorfoses, een grillige reis door de tijd, neemt Leopold I terug zijn naamloze, oude gedaante aan, klaar om opnieuw op te gaan in de omgeving, weg te zinken in de vergetelheid. En toch zal hij niet meer dezelfde zijn.

 

Goede vrijdag

Het enige verband met Goede Vrijdag lijkt de vorm te zijn van het lichaam van Christus aan het Kruis. Verder wordt er met het Christelijke verhaal niks aangevangen. (Dat hoeft ook niet. De kalender is geen dwangbuis maar een speelplein, een veld van mogelijkheden en inspiratie. Een actie moet niet per se een doorwrochte verhouding tot een feestdag communiceren – tenminste als daar iets anders voor in de plaats komt.) We begeven ons met deze actie volledig naar de rand van de stad. Vaak zijn het plekken waar geen mens komt: een spoorwegberm, een braakliggend terrein, onder een brug, langs de autostrade, etc. Je rijdt er doorgaans gewoon aan voorbij. Net daarom schrik je van de aanwezigheid van de vogelverschrikkers: heel even heb je de indruk dat het niemandsland 'iemands land' is. (Geen doel, maar een mogelijk effect van sommige KALENDER-acties kan zijn dat ze leiden tot een groter bewustzijn van de stedelijke ruimte, van haar opdelingen en functies.) De interventie op Goede Vrijdag kunnen we misschien tot de 'grote acties' rekenen. Niet dat het een spectaculair, pontificaal beeld in de stad neerplantte à la De Pechvogel. De poppen waren heel bescheiden toevoegingen aan het stedelijke landschap. 'Groot' was vooral het aantal poppen, de kwantiteit. Die zorgde er voor dat de actie meer kon uitlokken dan louter een vluchtige, weirde ervaring. Die had je als toeschouwer als je enkel één pop opmerkte. Van zodra je een tweede zag, en een derde, een vierde, draaiden de radertjes van de verbeelding op volle toeren! Vanwaar deze invasie van poppen in de stad? Pas dan werd het (vermoedelijk) een verhaal dat in je geheugen bleef hangen en dat je kon doorvertellen. Deze strategie moeten we misschien onthouden voor de toekomst: de kracht van kwantiteit, geografische verspreiding, herhaling, herkenning.

 

Traditie

“Traditie betekent niet de aanbidding van de asse, maar het doorgeven van het vuur.” (Gustav Mahler)